Een adviseur van voormalig Vitesse-eigenaar Merab Jordania eist 6,5 miljoen euro van de Arnhemse eredivisieclub.

Marcell Ham meent recht op dat geld te hebben vanwege een overeenkomst tussen hem en de club uit 2010. Hij heeft Vitesse voor de rechtbank van Amsterdam gedaagd. Het kort geding dient maandagmiddag.

Volgens advocaat Harro Knijff van Vitesse is de overeenkomst niet rechtsgeldig omdat destijds alleen Jordania als aandeelhouder heeft getekend. “Vitesse wist niet eens van het bestaan af van de overeenkomst en niemand van de clubleiding heeft zijn handtekening gezet.”

Zakenman Ham zou kort nadat Georgiër Jordania de aandelen van Vitesse in handen kreeg de overeenkomst hebben gesloten. Die behelsde dat de eigenaar van een sportmarketingbedrijf voor onbepaalde tijd 35 procent van de transferopbrengsten van spelers zou krijgen.

De vordering van 6,5 miljoen is volgens advocaat Knijff gebaseerd op de transfers van drie topspelers die Vitesse na de bewuste deal verkocht, te weten Wilfried Bony aan Swansea City, Marco van Ginkel aan Chelsea en Alexander Büttner aan Manchester United.

Stadionverbod Jordania

Jordania verkocht in oktober 2013 zijn aandelen aan de Russische miljardair Alexander Tsjigirinski, een vriend van Roman Abramovitsj van Chelsea. De voormalige baas van Vitesse onthulde eerder jaar de nauwe banden met de club uit Londen, die zelfs zou bepalen dat de Arnhemmers niet voor het kampioenschap in de eredivisie mochten spelen.

De Georgiër heeft een stadionverbod van 3 jaar na vermeende bedreigingen aan het adres van directeur Joost de Wit. Vitesse maakte in januari bekend dat het in het seizoen 2012/2013 een nettoverlies had geleden van 24,5 miljoen euro.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl